Beschrijving
Johannes Brahms: Walsen Op.39
Johannes Brahms (1833-1897) was één van de grootste bewonderaars van Franz Schubert. Zo adviseerde hij elke compositiestudent om grondig kennis te nemen van Schuberts dansmuziek. Brahms zelf voorzag in die mogelijkheid door in 1869 een uitgave van Schuberts Ländler D 790 te verzorgen. Maar eigenlijk hield hij zich al vanaf 1863 bezig met Schuberts dansmuziek. Geen wonder dat Brahms’ eigen reeks van zestien Walsen, op. 39 (1865) in dezelfde lijn ligt als Schuberts Ländler. Het zijn deze miniatuurtjes waarin we de geur opsnuiven van de beroemde Weense wals.
Zo schreef Brahms aan zijn vriend en muziekcriticus Eduard Hanslick: Toen ik zojuist de titel van de vierhandige walsen schreef, die binnenkort zullen verschijnen, kwam als vanzelf jouw naam bij me op. Ik weet niet waarom; ik dacht aan Wenen, aan de mooie meisjes met wie jij vierhandig pianospeelt, aan jou […] als goede vriend en nog veel meer.” Hanslick voelde zich vereerd en schreef op zijn beurt een van zijn meest genuanceerde kritieken: De ernstige, zwijgzame Brahms, de echte leerling van Schumann, Noord-Duits, protestants… schrijft walsen. Er kan maar één woord zijn dat dit raadsel oplost en dat is: Wenen. De keizerstad heeft Beethoven weliswaar nooit tot dansen aangezet, maar hem wel ertoe gebracht dansen te componeren […] Ook Brahms’ Walsen zijn vrucht van zijn verblijf in Wenen en wel van het zoetste soort. En inderdaad; in deze korte maar kleurrijke stukjes ruik je de geurige Weense koffiehuizen, met zelfs hier en daar een zigeunerorkestje op de achtergrond<.
Let op!Brahms componeerde dit werk voor Quatre-Mains (vierhandig), later voor piano solo en op verzoek van zijn uitgever ook nog voor de beginnende pianist (Kindereditie).
Uitgever: Baerenreiter Verlag, Bewerker: Christian Köhn.






